Article

Verraad, roddelen en verering: Connie Palmen is Judas

Paper over het autobiografische Logboek van een onbarmhartig jaar van Connie Palmen. Pleegt zij als schrijver verraad door zo openlijk over de werkelijkheid te schrijven?

Published date
Courses
Interpretatie van cultuuruitingen
Copyright
Read time
13 minutes

‘Ik zou een roman schrijven die Judas heette, en toen ging mijn man dood (Palmen, 2011:1).’ Met deze zin opent Connie Palmen haar Logboek van een onbarmhartig jaar. Eerst noemt ze ’s werelds grootste en bekendste verrader en daarna pas de dood van haar geliefde echtgenoot. Het is bijna paradoxaal om deze twee in één zin samen te zetten. Palmen benoemt Judas meermaals in het boek. De uitspraken rondom Judas zijn veelal stellig en hebben betrekking op Palmen haar schrijverschap. ‘Zodra de schrijver de pen oppakt, is hij een Judas’ (Palmen, 2011:20). Dit is een van Palmen haar uitspraken. Ik heb alle teksten met betrekking tot Judas onder elkaar gezet. Hierdoor kwam ik tot de volgende vraag: ‘welke rol speelt de figuur Judas in dit boek?’ Het gaat mij daarbij vooral om de vraag of Judas in deze roman gezien kan worden als een symbool? 

In Logboek van een onbarmhartig jaar neemt Palmen de lezer mee naar haar studententijd. Gedurende één uur bevindt de lezer zich bij een college van Cornelis Verhoeven, professor in de klassieke wijsbegeerte, over het woord symbolon. Symbolon ‘is een scherf vertelt hij. Op de scherf staat een geheim geschreven, een geheim dat je met iemand deelt. Om het geheim te bewaren, en de onderlinge band te behouden die door het delen van de kennis is geschapen, breek je de scherf in tweeën. Je maakt daarmee de code onleesbaar voor anderen. Het symbool, het teken, wordt voor ene buitenwereld pas leesbaar, en dus betekenisvol, als je de scherven bijeenvoegt (Palmen, 2011:28).’ In dit essay wil ik beweren dat Judas Iskariot in Logboek van een onbarmhartig jaar de scherf is waarop het geheim geschreven staat.

Back to top

De verrader

Judas Iskariot is een van de twaalf discipelen. Veelal wordt de term apostel gebruikt, maar deze term is niet correct aangezien ‘de term discipel wordt gebruikt voor de twaalf wanneer zij optreden tijdens het leven van Christus, en wordt de term apostel gereserveerd voor hun optreden na Christus’ dood’ (Hall, 1974:28). Judas was de discipel die Christus met een kus verried aan de joodse hogepriesters en oudsten. Judas Iskariot is daarom de geschiedenis ingegaan als de grote verrader.

We kennen Judas uit de vier evangeliën. Deze werken zijn leidend voor onze kennis van het passieverhaal, omdat dit de eerste schriftelijke bronnen waren. Maar er wordt wel eens getwijfeld aan de betrouwbaarheid ervan. Allereerst omdat deze bron niet uit eerste hand is. ‘Ze houden ruwweg het midden tussen geschiedschrijven en polemiek’ (Stanford, 2015:41). Ten tweede schetsen de evangelisten geen psychologisch portret, waardoor we de beweegredenen van Judas' zijn beslissing om Christus te verraden niet kunnen achterhalen. In het essay My Man (1997) schrijft literatuurcriticus Frank Kermode: ‘Wat betreft de historische status van Judas kan natuurlijk nooit worden geponeerd dat hij niet heeft bestaan, maar wij kennen hem alleen voor zover hij bestaat in een vorm van fictie die in de eerste eeuw werd beoefend’ (Stanford, 2015:42). Dit geldt voor alle figuren in de bijbel, maar voor Judas heeft d gezorgd dat hij in het hokje van ‘verrader’ wordt geplaatst. Judas van verraad.   

       

Het thema Judas en zijn verraad kan in Logboek van een onbarmhartig jaar op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, waardoor Judas de scherf kan worden waarop het geheim geschreven staat. In het boek zien we niet alleen de klassieke, negatieve laag van de verrader. Dat wil zeggen dat Palmen niet alleen over Judas schrijft als een trouweloze hond die een ander verklikt.  Ik ben van mening dat zij ook aan de andere invalshoeken omtrent Judas refereert. Palmen bevestigt de complexiteit van Judas in de volgende passage: ‘De schrijver is per definitie indiscreet. Hij is de verrader, de onthuller, de ontdekker. Hij is de vijand van het stilzwijgende verbond, van het duistere familiegeheim, van de mysterieuze samenzwering, van de groep, de club, het genootschap. Schaamtevol, omzichtig, discreet, introvert en innemend in de omgang, zodra de schrijver de pen oppakt, is hij een Judas’ (Palmen, 2011:20).

Hierin laat Palmen de verschillende kanten van Judas doorschemeren, maar ze bevestigt ook de definitie van Judas als verrader. Een schrijver is volgens haar een verrader, omdat ‘ze de intieme details uit het privé leven portretteert’ (Bax, niet gepubliceerd) In Logboek van een onbarmhartig jaar verloochend Palmen haar geliefden, door haar ervaringen te noteren aangaande het overlijden van Hans van Mierlo. In haar logboek worden emoties en handelingen van intimi beschreven, waardoor Palmen zichzelf als indiscreet beschouwd. Ze ziet zichzelf in een verradersrol. Maar Palmen beschrijft Judas tegelijk ook als ontdekker en onthuller, waardoor ze mogelijk refereert naar andere mogelijkheden van Judas.

Back to top

De zondebok

‘Verraad is een thema, het verraad van de schrijver (Palmen 2011:72).’ Dat de termen verraad en verrader onlosmakelijk verbonden zijn met Judas is duidelijk. Naast het woord verraad is er ook een minder verwijtende term verbonden aan Judas, namelijk de term ‘zondebok’. René Girard, een van de vernieuwers van de hedendaagse mensenwetenschappen, schreef over dit begrip in het boek Le bouc émissaire (1986).

Voordat we kunnen schrijven over Judas als zondebok in het werk van Palmen, moeten we eerst helder hebben wat het zijn van een zondebok inhoud. De zondebok is een persoon die schuldig wordt bevonden aan een gebeurtenis. De zondebok staat dan in zijn eentje tegenover een collectief. Maar een zondebok hoeft helemaal niet schuldig te zijn. Vaak is een zondebok gecreëerd door de leugen van het collectief. ‘In mythen wordt het verhaal altijd zo verteld dat de zondebok daadwerkelijk schuldig is’ (Bax, niet gepubliceerd).

Judas is een mythisch figuur uit de bijbel. In de vier evangeliën wordt het passieverhaal vanuit christelijke perspectief beschreven, waardoor Judas als zondebok wordt geportretteerd. We kunnen niet met zekerheid stellen dat dit de waarheid is, waardoor de mogelijkheid bestaat dat het Christendom een leugen vertelt over Judas. Door de vertellingen van de evangeliën ziet men Judas als verrader.

Niet alleen Judas wordt gezien als verrader, maar de gehele joodse gemeenschap wordt op zijn verraad aangekeken. Dat maakt Judas tot de zondebok van de joodse gemeenschap. Het Christendom verwijt hen Judas’ verraad. Dit verwijt komt omdat Judas symbool staat voor de jood. ‘Judas, die afstamt van Juda, vierde zoon van aartsvader Jakob, is het Hebreeuwse woord voor Jood’ (Stanford, 2015:38). Hierdoor kan gezegd worden dat Judas verantwoordelijk gehouden wordt voor de negatieve gebeurtenissen rondom de Joodse gemeenschap. Dat maakt Judas een maatschappelijk zondebok. Door dit alles kunnen we spreken van het zondebokmechanisme.

Back to top

Roddelen

Ook in Logboek van een onbarmhartig jaar gaat het verraad gepaard met een zondebok. Aan de hand van een passage uit het boek wil ik deze stelling uitleggen. Palmen verwijst in de volgende passage naar een situatie rondom de biografische documentaire in het KRO-programma Profiel.  In deze situatie wordt er een collectief gevormd dat tegenover Palmen als eenling staat. In de volgende passage wordt er verwezen naar een ‘ze’ waarmee de documentairemaakster bedoeld wordt. 

‘Ze heeft al een bondgenootschap met de geïnterviewden gesloten. Met het idee dat er echte mensen schuilgaan achter de personages in De wetten (1991) en in De vriendschap (1995), heeft ze met hen stilzwijgend een pact gesloten: wij geven de schrijver een koekje van eigen deeg, met mijn hulp kunt u ten overstaan van iedereen openbaren hoe het echt was, hoe zij echt was. Behalve de handlanger van het misdeelde personage, is ze erop uit om het beeld te bevestigen dat er van mij heerst, dat ik met iedereen breek zodra ze me niks meer te bieden hebben. Ik wens haar succes met het maken van de documentaire’ (Palmen 2011:109).

In deze passage situeert Palmen haar rol als schrijfster tegenover de documentairemaakster en de groep geïnterviewden, vage kennissen die Palmen niet zelf heeft uitgekozen. De documentairemaakster en de geïnterviewden vormen een collectief. Het collectief wil Palmen ‘een koekje van eigen deeg’ geven, Hiermee wordt bedoeld dat de geïnterviewden willen laten zien hoe Palmen echt is. De zinnen ‘koekje van eigen deeg’ en ‘hoe ze echt was’ zijn naar mijn mening nogal sceptische woorden met een negatieve ondertoon met betrekking tot Connie Palmen. Het wordt verwoord alsof zij niet veel goeds zullen vertellen en haar zullen veroordelen. De documentairemaakster heeft de geïnterviewden gekozen, dit waren niet Palmen haar eigen voorkeuren. Nu hoeven er in een documentaire niet enkel geïnterviewden naar keuze zijn, maar in deze documentaire is er geen keuze van de geportretteerde. Hierdoor wordt er een collectief gevormd, want deze geïnterviewden zien het schrijven van Palmen als een vorm van verraad.

De geïnterviewden zien zichzelf als een ‘handlanger van het misdeelde personage’. Deze mensen voelen zich aangesproken als een van de personages. Zij ervaren de schrijver als een verrader omdat zij vinden dat deze roddelt. Roddelen is ‘het praten over privézaken van afwezige anderen, vooral op een vervelende manier’(2016, encyclo). Palmen ziet schrijven echter niet als een vorm van roddelen. Palmen stelt dat schrijven een openbaring is, ook dit is een vorm van verraad. ‘De tweede betekenis van verraad is ‘openbaring’’(Bax, niet gepubliceerd).       

In het citaat over het KRO-programma Profiel portretteert Palmen zichzelf als de girardiaanse zondebok. Palmen toont dit door middel van deze passage de theorie van een collectief tegenover een eenling. Het schrijven van fictie, met de daarbij horende fictieve personages wordt aangeduid als een kwalijke zaak, ongeacht de fictieve aard. De interpretatie van de kennissen van de schrijver aangaande een roman kunnen autobiografisch zijn, waardoor zij een collectief vormen tegenover de schrijver. Door deze situatie kan de schrijver zichzelf als zondebok positioneren.

Back to top

Het sleutelpersonage 

In Improving the story (27 mei 2010) schrijft Frank Kermode dat Judas het sleutelpersonage, zoals men het noemt in de dramaturgie, van het verhaal is (Stanford 2015 p. 99).’ Een sleutelpersonage is de persoon in sleutelpositie, dat wil zeggen de persoon in de beheersende positie. Judas maakt de beslissing om Jezus te overhandigen aan de hoge priesters. Hij levert Jezus uit aan de soldaten door hem aan te wijzen met een kus, daarmee beheerst hij het passieverhaal.

De schrijver in een logboekvorm schrijft vanuit een ik-vertelsituatie, waardoor het lijkt of de regie in handen is van de verteller. Dit bevestigt Palmen in de volgende passage: 

‘Ik ga steeds meer terug in de tekst, om er iets van te maken. Het is verraad, bedrog, een schending van de belofte van het genre. Hoe kun je dit nog een logboek noemen? Zouden alle dagboekschrijvers de dictatuur van de dag verlaten, de wetten van het genre schenden, verfraaien, verdiepen, invoegen, aanvullen? (Palmen 2011:74 -75).’ 

Als verteller impliceert Palmen dat ze constant de tekst verandert naar haar verhaal. Deze veranderingen kunnen gezien worden als verdraaiingen. De verdraaiingen van de waarheid kan men zien als verraad.

Niet alleen de verteller is volgens Palmen een sleutelpersonage. De schrijver is ook in het bezit van de sleutelpositie. Dat wordt duidelijk in de eerder geciteerde passage: 

‘De schrijver is per definitie indiscreet. Hij is de verrader, de onthuller, de ontdekker. Hij is de vijand van het stilzwijgende verbond, van het duistere familiegeheim, van de mysterieuze samenzwering, van de groep, de club, het genootschap. Schaamtevol, omzichtig, discreet, introvert en innemend in de omgang, zodra de schrijver de pen oppakt, is hij een judas (Palmen, 2011:20).’ 

De schrijver heeft de uiteindelijke macht van de pen. De schrijver is niet de verteller, maar positioneert de verteller van het verhaal op een bewuste manier. In een autobiografisch logboekvorm legt de schrijver haar dagen vast, maar wederom is de schrijver niet de verteller. De schrijver kiest in een logboekvorm voor een ik-verteller. De ik-verteller zorgt voor een ik-vertelsituatie. Bij deze vertelsituatie is er sprake van een gedramatiseerde verteller. Daarnaast is er zowel sprake van een belevend ik, als van een vertellend ik. De verteller is in een ik-vertelsituatie niet alwetend. Zij vertelt vanuit haar eigen perspectief. De verteller toont haar eigen perspectief aan de lezer. Dat zorgt ervoor dat de ik-verteller fungeert als een sleutelpersonage.

Het is van belang dat we de schrijver niet zien als het sleutelpersonage, maar juist de verteller. De schrijver is in een sleutelpositie doordat zij de vertelsituatie te kiezen. In Logboek van een onbarmhartig jaar heeft Palmen voor een ik-vertelsituatie gekozen. Het verhaal is fictief, ondanks de ogenschijnlijk non-fictie notatie blijft het Logboek van een onbarmhartig jaar fictie. Doordat het logboek in een ik-vertelsituatie staat is het geschreven vanuit een perspectief. Het perspectief van Palmen als een personage. Palmen is als verteller een personage, waardoor het geen waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid is. Palmen vertelt het verhaal als ik verteller, waarin zij het sleutelpersonage is. Als sleutelpersonage kan zij het logboek vormen, door middel van haar belevend en vertellend ik. Palmen is Judas door deze beheersende positie als verteller.

Back to top

Verering     

Waarom kiest Palmen voor Judas als symbool en niet Melanthius, de ontrouwe geitenhoeder in de Odyssee? Een van de motieven voor Judas' verraad is dat Judas zich verscheurd voelt. Palmen heeft eenzelfde gevoel. Zij verliest haar grote liefde Hans van Mierlo. Zij wil zijn nalatenschap eren, haar herinnering aan hem eren. Dit sluit perfect aan bij Judas, als symbool. De naam Judas heeft niet alleen te maken met verdoemenis. ‘Judas – de Griekse vorm van het Hebreeuwse Juda of Jehoeda – is afgeleid van het werkwoord bedanken, of eren (Stanford 2015:38).’ De eerste zin uit Logboek van een onbarmhartig jaar is niet zo paradoxaal als het lijkt. Judas en Hans samen in één zin is van symbolische waarde. Connie Palmen is Judas, omdat ze haar laatste herinneringen aan Hans van Mierlo eert in dit logboek.

Het logboek is de uitkomst van haar verering. Ze beschrijft het ziekbed van Hans van Mierlo, maar daarnaast beschrijft ze vooral haar liefde voor hem. ‘Als ik naar Marie kijk zie ik dat ook bij haar de tranen over de wangen rollen. We houden zoveel van hem dat we bijna barsten’(Palmen, 2011:156).  Ze schrijft hoe geweldig Hans was en wat voor gemis het is een wereld zonder hem. ‘Rouw is verliefdheid zonder verlossing. Ik ben panisch zonder hem’(Palmen, 2011:11). In het boek wordt er niet kwaad gesproken over Hans. Naast de thema’s rouw, verdriet en verwerking is er verering. De verering van Palmen haar geliefde Hans.

Back to top

Conclusie   

‘Palmen beschouwt het Judas-thema als essentieel binnen de literatuur’ (Bax, niet gepubliceerd). Palmen gebruikt Judas als een symbool in Logboek van een onbarmhartig jaar, maar is als symbool niet gebonden aan ééeen betekenis. Deze verschillende betekenissen zijn gebaseerd op uiteenlopende perspectieven. Zo gebruikt Palmen het perspectief van de vier evangeliën. Dit perspectief verwoord Palmen in Logboek van een onbarmhartig jaar. Het gaat hier om het gebruik van Judas als het symbool voor de schrijver als verrader, zondebok of slechterik, zoals we het graag noemen. Echter is het judas-thema genuanceerder dan enkel het kwade. Deze nuancering staat niet letterlijk in de tekst beschreven, maar lees je tussen de regels door. Hierdoor is de verteller ook de Judas in de tekst. Dit komt omdat het een sleutelpersonage is. Daarnaast verwijst judas ook naar verering. Het gehele logboek is in teken van het vereren van Palmen haar geliefde Hans. Deze laatste twee betekenissen staan niet symbool voor het kwade. Palmen gebruikt Judas daarom ook in al zijn goede en kwade facetten.

Deze betekenissen bij het symbool Judas zorgen voor een mooie en extra gelaagdheid in Logboek van een onbarmhartig jaar met betrekking tot het schrijverschap. Het schrijverschap kan gezien worden als een vorm van verraad, waarin de schrijver als moderne roddelaar gezien kan worden. Het schrijverschap kan gezien worden als de mogelijkheid tot verandering, door zijn sleutelpositie om de verteller te plaatsen binnen het verhaal. Het schrijverschap heeft de mogelijkheid om te eren. Palmen toont het ware gezicht van Judas als symbool zijn veelzijdigheid te gebruiken.

Back to top

Bibliografie

Bax, S. (niet bekend). Een echoput vol waarheden. Het schrijverschap van Jacq Vogelaar in de jaren tachtig en negentig. Niet gepubliceerd

Bax, S. (niet bekend). ‘The writer is essentially indiscrete.’ On the literary gossip of a Dutch literary celebrity. Niet gepubliceerd.

van Boven, E., Dorleijn, G. (1999) Literaire mechaniek. Bussum: uitgeverij Coutinho.

Girard, R. (1986). Le bouc émissaire. Parijs: Grasset.

Hall, J. (1974). Hall’s iconografisch handboek: onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst. Leiden: Primavera pers.

Palmen, C. (2011). Logboek van een onbarmhartig jaar. Amsterdam: Prometheus.

Roddelen., (2016) In Encyclo: online encyclopedie. Geopend op 27 december 2016. Opgehaald van: http://www.encyclo.nl/begrip/roddelen

Stanford, P. (2015). Judas. Amsterdam, Antwerpen: De Bezige Bij.

Symbool., (2016). In Van Dale Online. Geraadpleegd op 8 november 2016, van
http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=symbool&lang=nn

Back to top

Online culture: art, media and society | art in the public sphere

More from this author

Content ID

Published date
Course
Interpretatie van cultuuruitingen